Diabetes mellitus (suikerziekte) type I en II
Diabetes mellitus wordt ook wel suikerziekte genoemd. Van diabetes mellitus zijn er grofweg twee vormen. Diabetes mellitus type 1 en diabetes mellitus type 2. Diabetes mellitus type 1 wordt ook wel juveniele of insuline afhankelijke diabetes mellitus genoemd. Diabetes mellitus type 2 wordt ook wel niet insuline afhankelijke diabetes mellitus, of ouderdomssuiker genoemd. Ouderdomssuiker is echter een naam voor diabetes mellitus type 2 niet meer correct is. Diabetes mellitus type 2 komt namelijk steeds meer voor. Er is sprake van diabetes mellitus type 1 wanneer de alvleesklier geen, of zeer weinig insuline meer maakt. Diabetes mellitus type 2 wanneer de alvleesklier te weinig insuline maakt en wanneer de cellen onvoldoende glucose opnemen uit het bloed (insulineresistentie).
Insulinetekort en, of insulineresistentie veroorzaakt diabetes mellitus
De beta-cellen van de eilandjes van Langerhans van de alvleesklier zijn verantwoordelijk voor de productie van insuline. Insuline zorgt ervoor dat glucose door de cellen wordt opgenomen, dat lever minder glucose afgeeft (gluconeogenese afneemt) aan het bloed en dat glucose in de cellen in de vorm van glycogeen wordt opgeslagen. Wanneer er geen of onvoldoende insuline wordt gemaakt, kan er geen glucose in de cel er ontstaat dan hyperglykemie (hoge bloedsuikerspiegel). Wanneer de bloedsuikerspiegel boven een bepaalde waarde uitkomt, spreekt men suikerziekte. Ook kan er geen of onvoldoende glucose de cel in wanneer de cellen ongevoelig zijn voor insuline. Men spreekt dan van insulineresistentie.
Diabetes mellitus komt veel voor in Nederland
Diabetes mellitus is een ziekte die veel voorkomt in Nederland. Van ruim 1 miljoen mensen is bekend dat ze suikerziekte hebben. 90% van de diabeten heeft diabetes mellitus type II. Diabetes mellitus type 1 ontstaat op jonge leeftijd en is niet aan de leefstijlgerelateerd. De kans op het krijgen van diabetes mellitus type 2 wordt echter vergroot door een ongezonde leefstijl:
- Overgewicht
- Abdominale vetverdeling (veel vet op de buik)
- Eten van veel verzadigd vet
- Roken
- Eten van weinig, fruit, groente en vezels
- Weinig bewegen
Bewegen stimuleert de insulinegevoeligheid
Door te bewegen, gebruikt de cel glycogeen (opgeslagen glucose). Wanneer het verbruik van glucose hoog is geweest van een spier, wil de spier dit glucose weer aanvullen en wordt gevoeliger voor insuline. De insulineresistentie kan dan verminderen en daardoor hoeft de diabeet minder insuline te spuiten, of orale medicatie te gebruiken. Daarnaast heeft bewegen nog gezonde effecten op onder andere het hart en bloedvaten, de gewrichten en de spieren. Een nadeel van de toegenomen insulinegevoeligheid is dat de kans op een hypoglykemie toeneemt.
Diabetes mellitus vergroot de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten
Mensen met diabetes mellitus hebben een grotere kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. Deze kans wordt nog groter wanneer de diabeet onvoldoende beweegt, overgewicht heeft en slecht ingesteld is (vaak hyperglykemie heeft). De hyperglykemie zorgt ervoor dat de kwaliteit van de bloedvaten sneller achteruit gaat en er sneller aderverkalking ontstaat (atherosclerose). Atherosclerose is de oorzaak van onder andere een hartinfarct, CVA, beroerte en etalagebenen.
Medicijnen bij diabetes mellitus
Bij diabetes mellitus type 1 moet er altijd insuline worden gespoten. Bij diabetes mellitus type 2 wordt vaak gestart met leefstijladviezen. Zijn leefstijladviezen onvoldoende effectief, dan wordt gestart met orale medicatie (metformine, SU-derivaten, TZD’s). Werkt orale medicatie ook onvoldoende, dan wordt gestart met insuline spuiten. Een nieuw oraal medicijn is Forxiga. Forxiga stimuleert de uitscheiding van glucose door de nieren.